Wet toezicht trustkantoren
Artikel 17
1
Schriftelijke afspraken tussen de toezichthouder en andere toezichthoudende autoriteiten die tot uitwerking van de in artikel 13 bedoelde informatie-uitwisseling dienen, worden ter voorafgaande instemming van Onze Minister voorgelegd. Onze Minister kan zijn instemming slechts onthouden indien naar zijn oordeel de belangen die worden gediend door verdragen of bindende besluiten als bedoeld in artikel 14, eerste lid, dan wel het algemeen belang zich tegen die afspraken verzetten onderscheidenlijk verzet.
2
In schriftelijke afspraken als bedoeld in het eerste lid met toezichthoudende autoriteiten van een staat waarmee het Koninkrijk geen verdrag als bedoeld in dat lid heeft gesloten, wordt bepaald dat deze afspraken bij de totstandkoming nadien van een dergelijk verdrag met die staat wederom ter instemming aan Onze Minister worden voorgelegd. In dat geval toetst Onze Minister die afspraken aan het betrokken verdrag.
3
Instemming als bedoeld in het eerste lid of tweede lid wordt geacht te zijn verleend, indien Onze Minister niet heeft beslist binnen vier weken na ontvangst van het desbetreffende voorstel of, indien hij om nadere inlichtingen heeft verzocht, binnen vier weken na ontvangst daarvan.
4
Van schriftelijke afspraken als bedoeld in het eerste lid waarmee Onze Minister heeft ingestemd, wordt door de toezichthouder mededeling gedaan in de Staatscourant.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.